Afwijking van het vereiste van goedkeuring door de algemene vergadering van een verkrijgende vennootschap
Een lidstaat hoeft in zijn wetgeving de goedkeuring van de splitsing door de algemene vergadering van een verkrijgende vennootschap niet verplicht te stellen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de in artikel 138 voorgeschreven openbaarmaking geschiedt voor de verkrijgende vennootschap uiterlijk een maand vóór de datum van de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap die over het splitsingsvoorstel moet besluiten;
b) iedere aandeelhouder van de verkrijgende vennootschap heeft het recht om ten minste een maand vóór de onder a) genoemde datum op de statutaire zetel van die vennootschap kennis te nemen van de in artikel 143, lid 1, bedoelde bescheiden;
c) een of meer aandeelhouders van de verkrijgende vennootschap die aandelen bezitten die een minimumpercentage van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, moeten het recht hebben op bijeenroeping van een algemene vergadering van de verkrijgende vennootschap die over het splitsingsvoorstel moet besluiten. Dat minimumpercentage mag niet hoger zijn dan vijf. De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat aandelen zonder stemrecht bij de berekening van dit percentage buiten beschouwing worden gelaten.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b), is artikel 143, leden 2, 3 en 4, van toepassing.